Wanderlust
30 maart – Ik heb een vorm van componeren ontdekt die werkt voor mij. Niet proberen om elke dag een beetje te doen, maar hele dagen plannen. Dan is er tijd voor ontdekken, uitproberen, nieuwe inspiratie opdoen, uitwerken, terugluisteren, verder uitwerken, opnieuw ontdekken. En het inspiratie opdoen werkt dan weer heel goed wanneer ik naar buiten kan en nog het allerallerbeste wanneer dat buiten niet een bekende omgeving is. Dan gaat mijn artemisbloed weer stromen en kan ik van daaruit weer verder spelen. Zo componeer ik op een dag ineens 7 uur, wat echt wel heel veel is voor componeren!
Liefde en stofjes
27 maart – Ik ben al een paar dagen bezig met ideeën voor deel 6. Dit wordt een heel interessant deel, want er komt een herinnering bij me op met een bepaald gevoel, en vervolgens lopen mijn vingers weg met iets waarvan ik niet zeker weet of dat oorspronkelijke gevoel er nog wel bij klopt. Zo kan het dus ook lopen! Ik kan wel iets willen, maar mijn vingers (en wat zijn dan mijn vingers? Die geven toch ook alleen maar iets door?) kunnen ineens besluiten een andere weg in te slaan. Zo kwam ik vanuit het diepe, woordeloze gevoel van mijn eerste liefde – een vriendinnetje waarvan ik nog maar één herinnering heb, op het schoolplein, ik met mijn rug tegen de muur, kijkend naar haar en pratend met haar en het gevoel dat zij alles van mij begreep – en het verdriet om hoe zij ineens verdwenen was, bij iets dat mij dan weer deed denken aan de stofjes die in de schoolkantine dansten en waarvan de oppasmoeder zei dat dat zuurstofjes waren waarop ik en mijn vriendinnen zoveel mogelijk van die stofjes naar binnen probeerden te happen. Maar okee, los van de herinneringen is dit een stukje muziek dat ik eindeloos vaak achter elkaar kan spelen, zo heerlijk en helend voelt het!
Skatebaan
23 maart – Ik weet nog niet zo goed waarom, maar bij het beantwoorden van deel 2 Een weggewaaid blad, komt er het beeld in mij op van de skatebaan vlakbij ons huis van vroeger. Er was een veld met een skatebaan, in de zomer waren er bloemen in dat veld en wespennesten onder je voeten (eng!), en ik had een soort verlangen om bij de jongens van de skatebaan te horen. Een soort bruisendheid, stoer doen, hard praten, glijen, vallen, rollen. Het voelde zo dichtbij en tegelijkertijd onbereikbaar. Ik kan niet goed verklaren waarom deze muziek nu juist hieraan doet denken, maar hee, dat maakt toch eigenlijk ook niet uit, het doet wat het doet!
(ik had graag een foto van de skatebaan toegevoegd, maar die heeft al jaren geleden plaats gemaakt voor nieuwe woningen. Dus het beeld zal in mijn herinnering blijven.)
Volle maan
21 maart – Het is volle maan. Om 3u ‘s nachts wordt ik wakker en blijf ik wakker. Mijn hoofd is wakker, mijn lichaam is wakker. Ik besluit de gedachtes te laten die zeggen “je moet nu slapen. Doe er iets aan, zorg dat je in slaap valt!” Ik ken die gedachtes goed genoeg en ze helpen niet, en zeker niet nu de maan me zo uit bed probeert te trekken. Dus ik trek mijn kleren aan en ga op de fiets, over de dijk. Ik wil het wakker zijn in de nacht een plek in mijn leven geven. Het hoort bij mij, het is een onderdeel geworden van wie ik ben. En met het componeren over de nacht en het slapen en niet slapen geef ik dit deel ook een plek. Ik kan het integreren en omarmen.
Slaapliedje
2 maart – Weer terug thuis, of nouja, in mijn studiootje in Utrecht (ook een soort thuis), speel ik met ideeën voor deel 7, Goede nacht. Ik ben alleen zo moe…en dat krappe hokje dat mijn studio is, zonder ramen, werkt ook niet heel verkwikkend. Ik heb ook weinig geslapen, en ik ben al bang dat dit een hopeloze onderneming wordt. Ik loop even naar buiten, en weer terug gekomen voel ik ineens waar dit stuk over gaat. Ik ben een slechte slaper. En dat was ik als meisje ook al. Ik maak een slaapliedje voor mezelf als klein meisje. Ik zong liedjes tegen nachtmerries (en dat hielp!), en verder wist ik ook niet waarom ik wakker lag. Ik voelde mij eenzaam, en ik had behoefte aan troost. Daarom dit stukje troost vanuit mijn volwassen ik voor mijn kleine meisje van 25 jaar geleden.
Componeerretraite in IJmuiden 3 – Stoppen met praten
24 februari – In de ochtend schrijf ik ineens in een paar uur een compleet deel. Deel 5, bij Janacek heet het They chattered like swallows (even op zijn engels). Ik denk aan hoe ik als kind zo moe kon worden van pratende volwassenen. “Stoppen met praten” was dan mijn enige commentaar, vooral wanneer mijn ouders een preek hielden waarvan ik na één zin al wist wat ze mij duidelijk wilden maken. Daarom is dit ook een lekker kort stukje, speels en ritmisch, met een heel duidelijke link naar het stuk van Janacek. En omdat ik in de ochtend al zo productief ben geweest, neem ik in de middag tijd om in de zon IJmuiden in mij op te nemen om in de avond weer aan het werk te kunnen gaan met frisse inspiratie.